Door op 6 oktober 2015

De waarborgen van de rechtsstaat

Het besef van de waarde van onze rechtsstaat lijkt te tanen. Een schreeuwende politicus die mensen het grondwettelijke recht op demonstratie ontzegt en politici die hoog van de toren blazen nog voordat politie en justitie klaar zijn met een strafrechtelijk onderzoek, maakten dat vorige week onmiskenbaar duidelijk.

De democratische rechtsstaat is geen van nature gegeven ordening. Voor de komst van de democratie zwaaiden alleenheersers de scepter. Ze bestaan ook nu nog. Kim Jung-un, Robert Mugabe en Bashar al-Assad zijn slechts een handvol van de nog levende dictators.

Alleenheersers hebben niet veel op met democratie en al helemaal niet met het delen van macht. Dictators betonen zich daarmee geen liefhebbers van de verworvenheden van de Franse revolutie. De scheiding der machten past niet in hun denkraam. Alleenheersers hebben een broertje dood aan het delen van macht. Zodra ze macht hebben willen ze die niet meer delen.

De scheiding van wetgeving, bestuur en rechtspraak voorkomt dat de dictatuur vat krijgt op ons mooie Nederland. Die verdeling van de absolute macht over verschillende autoriteten zorgt voor tegenspraak en tegenmacht en is verankerd in onze Grondwet.

In ons democratische Nederland maken wetgevers algemeen geldende voorschriften en voert het bestuur die wetten uit. Geschillen over de uitvoering van wetten in een concreet geval worden door onafhankelijke rechters beslecht. En rechters mogen de innerlijke waarde van de wet niet beoordelen. Ze mogen niet “bij wege van algemeene verordening, dispositie of reglement” uitspraak doen. Rechters horen niet op de stoel van de wetgever te gaan zitten en wetgevers niet op de stoel van de rechter.

Populistische politici lappen die grondbeginselen van onze democratische rechtsstaat steeds vaker aan hun laars. Nog voordat een opsporingsonderzoek is afgerond, nog voordat het Openbaar Ministerie een zaak heeft kunnen bekijken – laat staan dat de rechter kennis heeft kunnen nemen van feiten – meten populistische politici zich de rol van beul en scherprechter aan, door op hoge toon volstrekt onmogelijke maatregelen te eisen.

Paul Frissen noemt dat soort politici antidemocraten. Antidemocraten hebben lak aan de fundamenten van onze rechtsstaat. Ze hebben lak aan de scheiding der machten en werpen zich op als grote leider, als alleenheerser. Antidemocraten willen niet door anderen voor de voeten gelopen worden. Hun wil moet wet zijn. Ook als ze in de minderheid zijn.

Ik wil niet leven in de dictatuur van een antidemocraat. Alleen die democratische rechtsstaat – met zijn scheiding der machten en de fundamentele rechten van de mens – kan zorgen dat Nederland gevrijwaard blijft van dictators. Het is hoog tijd voor een herwaardering van de wezenlijke waarde van onze democratische rechtsstaat.