Onduidelijkheid over hoogte bijstand bij oudere inwonende kinderen
In 2013 is de gemeenteraad akkoord gegaan met aannames over het inkomen van oudere inwonende kinderen. Daardoor werd het voor Sociale Zaken makkelijker om de uitkering van de ouder vast te stellen. Die handigheid zorgt er voor dat ouders soms te weinig bijstand krijgen. De PvdA vraagt om opheldering.
Kostendelersbrief college zaait verwarring
Op 13 juni 2013 heeft de gemeenteraad de Verzamelverordening Sociale Zaken vastgesteld. Daarin zaten ‘afspraken’ die het makkelijker maken om bijstand aan ouders met inwonende kinderen uit te rekenen. Bij inwonende kinderen van 21 jaar en ouder mag Sociale Zaken aannemen dat er sprake is van kostendeling. Kostendeling zorgt er voor dat de ouder een lagere bijstandsuitkering krijgt. Van kostendeling is sprake als een medebewoner een inkomen heeft van € 625 of meer.
Tegenbewijs
Niet ieder kind dat 21 jaar en ouder is verdient € 625 per maand. Daarom mag de ouder aantonen dat het kind minder verdient. Zodra de ouder dat aantoont heeft hij of zij aanspraak op een hogere bijstandsuitkering.
Verkeerde indruk
In de praktijk (b)lijkt het anders te gaan. Burgemeester en wethouders hebben de betrokken gezinnen geïnformeerd over de gewijzigde spelregels. Die brief wekt een andere indruk over de spelregels dan waar de gemeenteraad akkoord mee is gegaan. In de brief staat niet dat de kostendelerskorting niet geldt wanneer de ouder(s) aantonen dat het kind minder dan € 625 netto per maand verdient.
Onduidelijkheid rechtzetten
Deze brief van het college zaait de nodige verwarring. De PvdA heeft daarom schriftelijke vragen aan het college gesteld om duidelijkheid te verkrijgen. Het mag niet zo zijn dat Almeerse huishoudens met de laagste inkomens de dupe worden van onjuiste informatie. De PvdA wil dat het college de onduidelijkheid op een fatsoenlijke manier recht zet. De PvdA gaat er van uit dat het college fouten zal herstellen. De PvdA wacht vol ongeduld het antwoord van het college af.