Het warme welkom van Almere… (Een vertelling voor bij de kerstboom)
Wie in Nederland asiel aanvraagt, krijgt na verloop van tijd te horen of de Nederlandse overheid gelooft dat er voldoende vrees was om te vluchten. Wie terecht naar Nederland is gevlucht krijgt dan – namens Fred Teeven en van de IND – een asielvergunning uitgereikt.
De kersvers erkende vluchteling is dan geen asielzoeker meer. Hij of zij heeft een veilige haven gevonden. Wie asielvinder hoort niet meer thuis in de voorzieningen van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en mag mee gaan doen in Nederland.
Iedere gemeente krijgt jaarlijks een taakstelling van het rijk: een aantal te huisvesten ‘nieuwe’ medeburgers met een zojuist verkregen asielstatus. De overheid vrijwaart de erkende vluchteling dan van keuzestress. Er valt namelijk niets te kiezen. De net rechtmatig in Nederland verblijvende vluchteling krijgt éénmalig een huurwoning aangeboden. Door dat aanbod vervalt het recht op onderdak bij COA.
Nadat mevrouw D. medio 2013 met haar kinderen verblijd was met de fel begeerde asielstatus, kreeg ze eind 2013 te horen dat haar woning in de Almeerse Filmwijk stond. Die woning had op dat moment een huurprijs van € 688,48. Halverwege 2014 is de huur met € 20,43 verhoogd naar € 701,43.
Voor de inrichting van de woning heeft Kredietbank Nederland een lening verstrekt. Op die lening dient mevrouw D. maandelijks € 140,36 af te lossen. Zo’n aflossing past niet binnen een budget van € 1.162,35 per maand. Daarom betaalt Sociale Zaken de erkende vluchtelinge maandelijks € 67,30 bijzondere bijstand. Zo kan ze de lening wel afbetalen.
De kinderen van mevrouw D. zijn leerplichtig. Ze beheersen de Nederlandse taal niet en kunnen daarom niet naar de basisschool om de hoek. Ze moeten naar het Taalcentrum Almere. Dat Taalcentrum ligt in een andere wijk van Almere Stad: de Kruidenwijk. De afstand tussen haar woning en het Taalcentrum is 5 kilometer.
Moeder en haar kinderen hebben geen fiets. Het gezin kan niet fietsen. De gemeente Almere laat de kinderen van de kersverse Almeerse zes maanden gebruik maken van het leerlingenvervoer. Zo kunnen de kinderen naar het Taalcentrum om te leren meedoen.
Zes maanden later blijken de kinderen nog niet naar de basisschool in Filmwijk te kunnen. Ze moeten op het Taalcentrum blijven. De Almeerse erkende vluchtelinge vraagt daarom aan de gemeente of haar kinderen langer gebruik mogen maken van het leerlingenvervoer.
De gemeente wijst dat verzoek af. De afstand tussen de Filmwijk en Kruidenwijk is maar 5 kilometer. Voor leerlingenvervoer moet de afstand meer dan 6 kilometer zijn. Een kennis heeft voor de kersverse Almeerse uitgerekend dat de wekelijkse kosten voor de bus € 43,50 groot zullen zijn. In een maand tijd is dat € 188,50.
Het huishoudbudget van mevrouw D. staat al behoorlijk onder druk. Goede Stede wil heeft maandelijks recht op € 701,43. Van de Belastingdienst Toeslagen krijgt ze € 279 huurtoeslag. Ze moet dus maandelijks € 404,43 betalen, waar haar bijstandsuitkering € 226,98 ruimte biedt. Vanwege de excessieve woonlasten heeft de erkende vluchtelinge per saldo een tekort in haar huishoudbudget van € 177,45.
Naast de onbetaalbare huurprijs en de aflossing aan de Kredietbank Nederland heeft mevrouw D. geen ruimte om maandelijks ook nog eens de noodzakelijke reiskosten voor het Taalcentrum te voldoen. De Almeerse vluchtelinge klopt bij Sociale Zaken aan. Ze vraagt om bijzondere bijstand voor de reiskosten van en naar het Taalcentrum.
Daar volgt een afwijzend besluit op. Het leerlingenvervoer is een adequate voorliggende voorziening. En dan betaalt Sociale Zaken geen bijzondere bijstand.
Een extreem dure woning, een net betaalbare lening en reiskosten die ze niet kan opbrengen. Is dat het warme welkom in Almere voor een erkende vluchtelinge?