Roodschrift: Gratis geld voor iedereen. In Almere?
Je kunt ervan leven. Het basisinkomen waarvan het idee onlangs weer opdook, geeft iedereen precies genoeg geld en de rest moet de burger zelf verdienen – of niet. Journalist Rutger Bregman rakelde het op in een boek. Zijn idee: iedereen van een bepaalde leeftijd gratis geld geven, dat wil zeggen zonder voorwaarden vooraf, zoals het bij de AOW gaat, is een perfecte manier om iedereen van een bestaansminimum te voorzien. Roodschrift polst de lokale politici over het idee of dat in Almere moet.
Wie het idee van Bregman niet kent, kan zijn speech erover beluisteren op Youtube. Hij vertelt onder meer dat nota bene Richard Nixon, een republikein, het basisinkomen in 1970 al door het Congres en de Senaat kreeg. Verrassend is ook welke tegenargumenten al door de wetenschap zijn ontkracht.
Almere als proeftuin voor het basisinkomen. Raadsleden vroegen we te reageren op de speech. Zou niet eens onderzocht moeten worden of een basisinkomen in Almere een goed idee is? En zo ja, Almere als proeflocatie naar voren te schuiven? Er kwamen reacties van GroenLinks, OPA/Almere Partij, ChristenUnie, D66, VVD en uiteraard de PvdA. Hieronder de oogst:
Groenlinks
Fractievoorzitter Willy-Anne van der Heijden van GroenLinks was heel resoluut: “Wij vinden dit voorstel een slecht idee en gaan niet meewerken aan uitwerking ervan.”
ChristenUnie
De ChristenUnie vindt het idee zeker interessant. Maar fractievoorzitter Roelie Bosch heeft wel moeite met de achterliggende gedachte. Zij stelt: “Ik heb me er enigzins in verdiept en heb – naast het bekijken van de video – ook wat naslagwerk gedaan. Daaruit concludeer ik dat het zeker een interessant idee is, maar dat dit beleid is dat op landelijk niveau ligt.
Ik betwijfel of je kunt experimenteren op lokaal niveau omdat je altijd beïnvloeding hebt van de omgeving. Daarnaast heb ik nagedacht over de achterliggende gedachte van ‘gratis geld voor iedereen’. Los van de discussie of het huidige stelsel werkt, is de ChristenUnie van mening van het een Bijbels principe is dat mensen werken voor hun inkomen. Wat dat ‘werken’ inhoudt, is een tweede. En niet iedereen kan werken, dus daar zul je ook een regeling voor moeten treffen als overheid. Maar het geeft wel de achterliggende motivatie weer waarom wij ‘gratis’ niet de leidende gedachte vinden.”
OPA/Almere Partij
Bob Fonhof, fractievoorzitter van OPA/Almere Partij, is duidelijk vóór. Omdat het huidige monetaire stelsel geen stand zal houden. “De Cananefaten hadden geen geld, maar leefden voorbeeldig en hadden alles voor elkaar over. Wij noemen dit nu de echte participatie. Ik ben dus een voorstander van uw voornemen. Er zal dan veel leed opgelost worden”.
D66
Martine van Bemmel, vicefractievoorzitter van D66, meldt dat D66 erg kritisch is over een basisinkomen. Zij geeft aan: “D66 is zeer kritisch over een basisinkomen. Gratis geld bestaat namelijk niet. Een basisinkomen, verstrekt door de staat, moet ergens van betaald worden; de belastingen zouden enorm moeten stijgen. Hierdoor loont het minder om te gaan werken en mensen raken ook minder gemotiveerd om te werken.
Daarnaast is een basisinkomen ook niet nodig. Iedereen die in staat is om te werken hoeft immers geen geld van de overheid te ontvangen en voor de mensen die niet in staat zijn om te werken bestaan al heel veel regelingen. Het ultieme vangnet is de bijstand. Het invoeren van een basisinkomen is daarmee overbodig en slecht voor de economie.
Dhr. Bregman, die overigens geen econoom is maar een historicus en schrijver, haalt in zijn pleidooien vaak het voorbeeld aan van het stadje Dauphin in Canada. In dit stadje is bij wijze van experiment het basisinkomen ingevoerd en de resultaten waren zeer positief. Wat Bregman echter niet vertelt is hoe dit experiment werd gefinancierd; het werd namelijk grotendeels bekostigd met geld van de federale overheid. Geld dat anders gebruikt zou worden ten goede van andere Canadezen. Om een volledig beeld te krijgen van de effecten van dit experiment zou er ook gekeken moeten worden naar wat dit Canada heeft gekost.
D66 heeft natuurlijk aandacht voor armoede in ons land. Werken is de beste bestrijding van armoede. Investeren in economische groei en onderwijs is cruciaal. Het verhogen van de arbeidsparticipatie leidt tot economische zelfstandigheid voor man en vrouw. D66 heeft specifieke aandacht, bijvoorbeeld door opleidingen, voor lager opgeleide vrouwen.
Daarnaast zet D66 zich in voor een verlaging van de inkomstenbelasting, waardoor ook mensen met een laag inkomen minder belasting te betalen. Dit betekent dat deze groep mensen meer te besteden heeft. Door deze maatregel is het ook minder duur voor werkgevers om mensen aan te nemen in de laagste loonschalen, wat leidt tot meer banen en werkloosheid tegen gaat. Werkloosheid is het maatschappelijke probleem dat D66 het eerst wil aanpakken in de komende jaren.
Uiteraard moet er een beschaafd vangnet zijn voor mensen die niet kunnen werken. Tien procent van de kinderen jonger dan elf jaar groeit op in armoede. Zij hebben een twee keer zo grote kans om ook als volwassene te eindigen in armoede. Deze kinderen verdienen extra aandacht. D66 wil dat zij volwaardig meedoen en kansen krijgen, bijvoorbeeld als het gaat om sport, cultuur en onderwijs.
Kortom, D66 heeft de kwestie op het netvlies en zal zich hier binnen en buiten het debat voor blijven inzetten”
VVD
Irene van Hooff, VVD-raadslid, houdt wel van “een politiek-filosofische discussie. Zeker wanneer dit soort utopische scenario’s in het verschiet ligt. Maar dan legt ze uit dat een onderzoek naar een basisinkomen in Almere – laat staan een experimentele invoering ervan – niet past bij het mensbeeld van de VVD.
Ze geeft aan: “Het is altijd fijn als er een opening wordt gegeven voor het starten van een politiek-filosofische discussie. Zeker wanneer er dit soort utopische scenario’s in het verschiet liggen. Toch start het gesprek wat mij betreft iets eerder. Waarom een onderzoek starten als je een ander mensbeeld hebt? Bij de VVD vinden wij het het allerbelangrijkst dat mensen zelf vorm kunnen geven aan hun leven en dat de overheid hierin faciliterend is. Dat betekent concreet: zo min mogelijk overheidsbemoeienis en betutteling.
Aangezien wij er aan hechten om iedereen gelijke kansen te geven, vinden wij dat Onderwijs wel iets is waar de overheid zich mee mag bemoeien. Ditzelfde geldt voor het concept van het sociaal vangnet. Wanneer het even tegen zit in je leven is het belangrijk om solidair met elkaar te zijn en, indien nodig, een helpende hand toegestoken te krijgen.
Daarbuiten is het, wat ons betreft, van het grootste belang dat je zelf verantwoordelijkheid kunt nemen voor je leven en niet wordt gedwongen in een collectief waar je niet in wilt zitten. Zeker niet met het hele circus van goedbedoelende ‘organisatoren’ die voor jou bedenken wat je nodig hebt. Ik krijg het al benauwd bij het idee… Wij hebben een positief mensbeeld en geloven dat je als individu het beste tot je recht komt wanneer je je eigen keuzes kunt maken. Dit onderzoek past niet bij dat beeld en daarom zouden wij niet instemmen met vraag 1; laat staan met vraag 2. Geen gezeik, iedereen rijk is wat ons betreft prima; maar niet als het van bovenaf wordt opgelegd!”
PvdA
Allemaal mooi, maar het is wederom ‘njet’. Als we hier stoppen is Bob Fonhof de enige voorstander zonder voorbehoud. Maar er kwam natuurlijk ook een reactie van onze eigen Jerzy Soetekouw, de woordvoerder armoedebeleid van de PvdA: “Als gedachtenexperiment vind ik het een zeer interessant concept. Zulke ideeën, utopieën eigenlijk, zijn een spiegel voor de beleidsmakers: ze zorgen ervoor dat je opnieuw nadenkt over het beleid dat gevoerd wordt. Het is een feit dat armoede geld kost. Denk aan de gemeentelijke kosten voor uitkeringen en kwijtscheldingen. Daarnaast zijn mensen uit een sociaaleconomisch zwakkere omgeving oververtegenwoordigd in de criminaliteitscijfers en is er onder deze groep een hoog percentage vroegtijdige schoolverlaters. De vraag rijst dan ook: is het huidige beleid succesvol?”
“In deze tijden zijn we naarstig op zoek naar nieuwe oplossingen voor onze sociaaleconomische problemen. Zo proberen overheden mensen naar een baan te ‘duwen’, terwijl er veel te weinig banen zijn. Een Almeerse pilot ‘gratis geld voor iedereen’ zou mogelijk uitkomst bieden voor de vele werkloze mensen die onze stad nu rijk is. In Londen is zo’n soort pilot uitgevoerd onder dertien daklozen. De uitkomst van dit experiment? De totale kosten voor de samenleving waren in de nieuwe situatie lager dan in de oude situatie.”
“Mocht uit onderzoek naar voren komen dat ook een Almeerse variant op ‘gratis geld voor iedereen’ tot positieve resultaten zou leiden, dan is het een unieke kans om een definitieve cultuuromslag te maken in de manier waarop er naar armoede wordt gekeken. Thomas Pogge (2008) stelt in zijn filosofische meesterwerk ‘World Poverty and Human Rights’, dat de rijke, Westerse democratische landen en haar burgers een morele plicht hebben om die cultuuromslag te maken. Volgens Pogge is er te weinig bewustwording ten aanzien van armoede en ongelijkheid in de wereld om ons heen. Hij wijt dit aan onverschilligheid en gebrek aan informatie bij de gemiddelde burger. Hier ziet hij een taak voor de verschillende overheden die hij samenvat als een democratiseringsslag. Wordt deze slag niet gemaakt dan wordt de huidige economische orde in stand gehouden en is het een kwestie van tijd voordat er weer nieuwe vormen van relatieve armoede zullen ontstaan. Ik wil dan ook afsluiten door te stellen dat het ‘gratis geld voor iedereen project’ alleen zou werken, als er tegelijk ook een democratiseringsslag wordt gemaakt. En dan kunnen zelfs Almeerse politici utopieën laten uitkomen.”
Conclusie: het pilot-voorstel met alleen OPA/Almere Partij en de PvdA vóór, haalt geen meerderheid.