Werkconferentie onbedoeld zwanger

Je staat er opeens alleen voor en je weet niet waar je terecht kan. De mensen in je omgeving hebben vaak al hun oordeel klaar.  Dat zijn dingen waar een meisje dat onbedoeld zwanger wordt, mee te maken krijgt.  Terwijl onderzoek heeft aangetoond dat een slechte start van het leven een mens zijn hele leven blijft achtervolgen. Omdat de provincie Flevoland en vooral Almere het hoogste percentage tienerzwangerschappen van het land heeft, nam de PvdA het initiatief voor een werkconferentie over dit onderwerp. In samenwerking met andere politieke partijen en zorginstellingen als Rutgers en de GGD is er op vrijdag 9 juni in Casa Casla een werkconferentie georganiseerd. Deelnemers waren ervaringsdeskundigen, vertegenwoordigers van enkele politieke partijen en mensen die professioneel te maken hebben met onbedoelde zwangerschappen.

Op de werkconferentie stonden de vragen centraal: wat kan de gemeente doen om onbedoelde zwangerschappen te voorkomen? En aan welke ondersteuning hebben tienerouders en alleenstaande moeders behoefte?  Met het uitwisselen van informatie en ervaringen werd hierop een antwoord gezocht.
Dat onbedoeld niet altijd betekent dat de zwangerschap ook ongewenst is, kwam naar voren in het verhaal van een ervaringsdeskundige. Zwanger op haar 15^e heeft zij na de geboorte van haar dochter met hulp van een contactpersoon uit de zorg en de mensen in haar omgeving haar opleiding weer kunnen oppakken. Veel vrouwen hebben dat geluk niet en moeten veel grotere hobbels nemen om hulp en begrip te krijgen.

Rutgers, expertisecentrum  op het gebied van seksualiteit, heeft een onderzoek uitgevoerd naar onbedoelde zwangerschappen. Daaruit blijkt dat het aantal daarvan in Nederland de laatste jaren is teruggelopen. De meeste onbedoelde zwangerschappen komen voor in de leeftijdscategorie tussen de 25 en 35 jaar.  Vaak is er wel anticonceptie gebruikt, maar gaat er iets mis in het gebruik. Waarom de cijfers in Almere juist zo hoog zijn, moet vervolgonderzoek laten zien. Duidelijk is wel dat informatie, het bespreekbaar maken van seks en plekken waar zwangere vrouwen gemakkelijk terecht kunnen, nog steeds nodig zijn. Niet alleen informatie in de biologieles, maar juist gesprekken over hoe je als meisjes en jongens met elkaar omgaat, zijn noodzakelijk om ervoor te zorgen dat meisjes weerbaarder worden en jongens zich verantwoordelijker gaan voelen.

Als meisjes uiteindelijk de keuze maken om het kind zelf op te voeden, hebben ze een netwerk nodig waar ze op terug kunnen vallen. Zeker jonge moeders hebben vaak niet zelf de financiële middelen om een kind goed te laten opgroeien. Het helpt hen als ze weten dat ze bij de gemeente terecht kunnen voor financiële ondersteuning en bij organisaties als bv Stichting Wensjes. De GGD (onderdeel van de gemeente) vindt het belangrijk dat er wordt samengewerkt tussen artsen en hulporganisaties als het FIOM. Daarom is ze het project Kansrijke Start begonnen, om met alle organisaties te bekijken hoe  afstemming en samenwerking beter kan op het gebied van preventie, opvang en begeleiding na de zwangerschap. De inbreng van ervaringsdeskundigen is hierbij onmisbaar.
Wat betreft de organisatoren van de conferentie blijft het niet bij deze conferentie. Ze zullen zich buigen over de vraag wat de gemeente kan doen met de informatie en tips van deze middag om onbedoelde zwangerschappen enerzijds te voorkomen en anderzijds beter te begeleiden.