Maatwerk of dwang?

24 november 2019

Evaluatie Participatiewet

Het is zover, het sociaal cultureel planbureau (SCP) is gekomen met een vernietigende evaluatie van de Participatiewet. Het aantal bijstandsgerechtigden is minder afgenomen dan verwacht en velen waarvan werd verwacht dat ze, met het huidige aanbod op de arbeidsmarkt, inmiddels wel een arbeidsovereenkomst zouden hebben “genieten” nog van een bijstandsuitkering. De reactie van het kabinet is de stuip van een nog strengere aanpak; “de verplichte tegenprestatie”. De zweep erover bij dat langharig werkschuw tuig.

Participatiewet Artikel 7, lid 1, onder B

“Het college verleent bijstand aan personen hier te lande die in zodanige omstandigheden verkeren of dreigen te geraken dat zij niet over de middelen beschikken om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien”

Even terug naar de basis. De pijler die nog steeds in de huidige wetgeving prominent is opgenomen is dat bijstand bedoeld is voor ingezetenen die niet in staat zijn in de noodzakelijk kosten van het bestaan te voorzien. Bijstand is een noodvoorziening voor een dak boven het hoofd en dagelijks brood. En dan blijft er nog wat over voor vaste lasten en met wat geluk soms wat kleding. Wij (fijne, sociale, rechtstaat) zorgen er in ieder geval voor dat u net niet verzuipt. Overigens is het wel knap om dat gegeven te kunnen omvormen naar het frame van “profiteurs”.

Verplichte tegenprestatie

Maar zie hier, een tovermiddel om deze profiteurs in het gareel te brengen: “de verplichte tegenprestatie”. Wat men vooral niet wil benadrukken is dat uit onderzoek is gebleken dat deze tegenprestatie weinig of geen effect heeft op het toetreden tot de arbeidsmarkt. Hooguit worden er, na wat publiciteit, snel wat arbeidscontracten geregeld door gemeenten wanneer voormalig vuilnisopruimers klagen dat ze ditzelfde werk nu na ontslag als tegenprestatie moeten doen voor 400 euro minder loon. Het grootste argument voor de tegenprestatie is de wederkerigheid. Het voor-wat-hoort-wat principe wordt vooral uitgedragen door de VVD, met het achterliggende naïeve beginsel dat geluk een keuze is. Dus u kiest vrijwillig voor gratis geld door middel van bijstand, dat krijgt u zodat u net kan overleven, maar dan wil de maatschappij er wel wat voor terug.

Kleinsma, VVD en PVDA

Criticasters beweren: “jij rooie rat, de handtekening van de PvdA staat toch onder deze wet? Dit komt uit jullie koker”. En ja, daar kan ik niet onderuit. Opvallend is de woordkeuze van Kleinsma in 2013 in een NOS interview: “er kan een tegenprestatie gevraagd worden”.

Het is mooi om te zien wat Jetta Kleinsma zelf bereikt heeft. Zoveel mensen met een aandoening zie je niet in de banken van het kabinet zitten, een voorbeeld voor anderen. Al denk ik dat ze een flinke tand heeft moeten bij zetten om zover te komen.

Dit doet me ook denken aan een anekdote uit mijn eigen werk als projectleider bij een gemeente. Een klantmanager van die gemeente fietste dagelijks 20 kilometer op en neer naar zijn werk. Hij begeleidde mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt die met name fysieke beperkingen hadden. Deze klantmanager had zelf een versleten heup. Maar dat liet hij niet op zich zitten, dagelijks trotseerde hij de pijngrens en stapte dapper weer op zijn fiets.
Dat werkte voor hem, maar hij werd ook steeds ongelukkiger in zijn werk. Waar lag dat aan? De mensen die hij begeleidde hadden ook klachten, maar gingen daar vaak anders mee om. Die wilden niet dagelijks door een pijngrens heen. De norm die de klantmanager projecteerde op hen. De oplossing was simpel, de klantmanager kreeg een andere doelgroep onder zijn hoede die makkelijker aan de slag kon.
Ik denk persoonlijk dat ook Jetta soms onbewust haar eigen norm als uitgangspunt hanteerde in de onderhandelingen met de VVD.

De groep die je niet mag benoemen

Iedereen wordt geacht om wat terug te doen. Wat mij in de discussie het meest onthutst is dat er wordt gezwegen over de mensen die daar echt niet toe in staat zijn. De mensen die niet de gebaande paden hebben gelopen of die de verkeerde afslag hebben genomen. Mensen zoals licht verstandelijk gehandicapten die de Wajong hebben gemist omdat ze zo “stom” waren ergens aan het werk te gaan en een arbeidsverleden op te bouwen. Of de vele mensen met psychische of lichamelijke klachten waarvan zelfs door artsen is vastgesteld dat ze niet meer aan het werk kunnen. Met het me-too gebeuren was iedereen verbaasd over de grote omvang van seksueel misbruik. Maar er wordt niet over doorgedacht dat een deel van deze mensen zo beschadigd is dat ze wellicht nooit meer in staat zijn om fatsoenlijk aan onze maatschappij deel te nemen.
Het zal mij niet verbazen als dat een van de grondslagen is van de vele psychische klachten bij mensen in de bijstand.

Bedrijfsfraude

Minister van Ark gaf het in Nieuwsuur afgelopen week aan. Het gaat om een hele kleine (haar duim raakte bijna haar wijsvinger) groep die het verpest voor de anderen.

Waarom richt ze zich in plaats van op deze kleine groep niet eens op zaken waar het om grof geld gaat? Ik noem een voorbeeld. Bedrijfsfraude, lastig om iets te zeggen over de omvang, maar ook ik ken een bedrijf waar de boekhouder er met meer dan de kas vandoor ging. Daar had hij heel wat jaren bijstand van kunnen betalen. Het zou mij dan ook niet verbazen als de fraude onder werkenden vele malen omvangrijker is dan fraude bij bijstandsgerechtigden.

Of wat te denken van al die mensen die in Nederland wel het een en ander te besteden hebben. Die laten massaal mammoettankers volgepropt met prullaria vanuit China naar Nederland komen met alle gevolgen voor mens en milieu van dien.

Accepteer

Oneerlijkheid maakt mij boos en strijdbaar. We hebben het donders goed in Nederland en het stemt me verdrietig dat we niet in staat blijken om goed voor elkaar te zorgen en degenen die het nodig hebben onvoorwaardelijk steun te geven. Gewoon uit medemenselijkheid.

De oplossing van de verplichte tegenprestatie is er een voor de bühne: “kijk eens hoe streng wij zijn”.

Van Ark noemt twee oplossingen:

  • Verplicht vrijwilligers werk bevat een schijnbare tegenstelling en is een ondermijning van alle mooie organisaties die van vrijwilligers gebruik maken.
  • De verplichte schuldhulp. Een perverse prikkel. Je zal je dus eerst flink in de schulden moeten steken om binnen dit denkkader te passen.

En dan hebben we nog de wederkerigheid. Wij zorgen er voor dat u net kunt overleven en willen daar wel wat voor terug. Ik noem dat wederkerigheid op basis van scheve verhoudingen.

Accepteer nu eens dat:

  • niet iedereen de snelheid van de huidige maatschappij aan kan.
  • er mensen zijn waar we met z’n allen oog voor moeten hebben en waar we samen voor moeten zorgen.
  • er een groep is waarvan het totaal geen zin heeft om ze op te jagen.
  • dat we samen in dit land wonen.

Ik zal de komende twee jaar op dit onderwerp scherp zijn vanuit de gemeenteraad van Almere en mij er hard voor maken dat de menselijke aanpak voorop staat!

Over de schrijver:
Jeroen Deben heeft de afgelopen 24 jaar in zijn werk als adviseur bij de gemeente Amsterdam en de projecten die hij daarna voor diverse gemeenten heeft uitgevoerd alle facetten van de bijstand leren kennen. Van de rijksgroepsregeling werkloze werknemers (RWW) via de algemene bijstandswet (ABW), waarna de nieuwe algemene bijstandswet (NABW), de wet werk en bijstand (WWB) en uiteindelijk de Participatiewet (PW).

Jeroen Deben, 23 november 2019