28 december 2014

Roodschrift: Zorgen over de zorg

Als op 1 januari de kruitdampen van het vuurwerk zijn opgelost en de laatste oliebollen worden verorberd, heeft de gemeente enkele nieuwe taken. Verzorging van Almeerders met een beperking is er een van. Ontvangers van zorg zijn ongerust over de operatie waarbij het rijk veel verantwoordelijkheid aan de gemeente overdraagt. Voor wie nu leunt op de zorg wordt 2015 een overgangsjaar. Nieuwe hulpvragen worden direct geconfronteerd met veranderde criteria. Er wordt gekeken wat de aanvrager zelf kan, wat goedkoper kan en hoe de behoefte aan zorg verminderen kan.

Twee specialisten in de PvdA zijn jaren betrokken bij de voorbereiding van de Wmo-operatie (Wet maatschappelijke ondersteuning): voormalig zorgwethouder Ineke Smidt en oud-huisarts Herman Linzel, als voorzitter van de Wmo-raad betrokken bij de ingrijpende veranderingen.

Ze vinden elkaar in het antwoord op de vraag of ze blij zijn met de veranderingen. Ineke: “Ik juich toe dat zorg en ondersteuning verantwoordelijkheid van de gemeente worden.” Herman: “Op zich vind ik het prima. We hebben jarenlang gedacht dat de markt de problemen wel zou oplossen. Maar de kosten stegen exponentieel. Daarmee komt ook de solidariteit onder druk te staan. Als we zo doorgaan verdubbelen over een paar jaar de AWBZ-kosten. Dan is de zorgpremie niet meer op te brengen en wordt het basispakket verder uitgehold.”

Ineke legt uit dat de naderende veranderingen haar niet hebben overvallen. “We wisten dat er megagrote bezuinigingen kwamen, die je niet met gewone methoden opvangt. We begonnen al in 2011 met alle betrokkenen te overleggen of we andere vormen van zorg en ondersteuning konden bedenken. Maar het is niet alleen bezuinigen. Het gaat om cultuur- en gedragsverandering. Zorgaanbieders moeten eraan wennen dat de politiek hen aanstuurt. Professionals moeten er rekening mee houden dat we meer verwachten dan dat zij protocollen en procedures volgen. Burgers moeten zich realiseren dat de overheid niet al hun problemen kan en wil oplossen – dat zij een eigen verantwoordelijkheid hebben. Gelijktijdig moet het stadhuis ervan doordrongen zijn dat kwetsbare mensen op ondersteuning moeten kunnen rekenen.”

“Nee, het is nog niet allemaal geregeld”, constateert Herman. “De gemeente is nog bezig met de aanbesteding van de werkzaamheden in de zorg. Wijkteams moeten nog geformeerd worden. Er is nog niets getekend”, beklemtoont hij begin november. “Zeker is dat mensen met een beperking langer thuis moeten blijven. Ze krijgen meer regie over de hulp die ze nodig hebben. Hoe het uitvalt voor Almeerders die eerst onder de AWBZ vielen, moeten we in 2015 en 2016 ervaren.”

Paniek over wegvallen van zorg is volgens Ineke onnodig: “Er zal altijd hulp zijn. De gemeente is daar verantwoordelijk voor. Maar het is niet altijd dezelfde hulp die de aanvrager verwacht. Onderzoek wijst uit dat mensen vaak een aanvraag doen die hun probleem niet oplost. Daar kom je alleen achter met dóórvragen. En natuurlijk zal er wel eens iets misgaan. Maar ook nu gaat het niet altijd goed. Veel mensen zijn ontevreden over de bureaucratie. Volwassenen én jongeren krijgen nu absoluut niet de zorg die ze nodig hebben. Om maar te zwijgen over de jongeren die met 18 jaar onvoorbereid uit de jeugdzorg gegooid worden. Dat moet anders.”

Herman ziet wel het gevaar dat ouderen straks minder thuiszorg krijgen. Hun omgeving staat nog niet klaar om dat gat op te vullen. “Het gaat om eenzame ouderen, om licht verstandelijk gehandicapten, psychiatrische patiënten en om mensen die lichamelijke zorg behoeven. Twintig procent van de bevolking. Veel ouderen zijn erg eenzaam. De impact daarvan op de gezondheid is groter dan van suikerziekte. Dat krijgt veel te weinig aandacht.”

Ze zijn eensgezind over de bezuinigingen. Ineke: “Dat deze operatie gepaard gaat met grote bezuinigingen op elk terrein, vind ik onbegrijpelijk. Ook van onze partij. Iedereen weet dat reorganisaties eerst geld kosten en pas na één of twee jaar de winst van efficiënt en zuinig werken opleveren. Bezuinigingen op dagbesteding, sociale werkplaats, arbeidsintegratie en huishoudelijke hulp vind ik veel te heftig.”

Beide partijgenoten hebben een lijstje aandachtspunten voor onze fractie. “De mensen die het werk moeten doen, welzijnswerkers, personeel van gezondheidscentra en opbouwwerk moeten ook de mogelijkheden krijgen om het in samenwerking te doen. Dus bijvoorbeeld niet bezuinigen op maatschappelijk werk! Je moet investeren in die frontlinie, dan kun je op andere terreinen besparen”, is de tip van Herman. Ineke onderschrijft dat en waarschuwt voor het spook van bureaucratie. Ook wil ze dat het effect van wijkteams bewaakt wordt. Raadsleden moeten volgens haar oog hebben voor jeugdzorg aan 18-plussers en voor gehandicapten. Ze vraagt zich af of er voldoende faciliteiten zijn voor ouderen die langer thuis blijven wonen. Ineke: “Je moet voorkomen dat iemand ernstig vervuilt of wekenlang dood in huis ligt.”