Joop den Uyl is dertig jaar na zijn overlijden nog steeds een aansprekend persoon voor wie van eerlijk delen houdt. In de glorietijd van ‘onze’ Joop stond het delen van kennis en macht centraal bij de sociaaldemocratie. Een tijd waarin de verzorgingsstaat en de overheid werden gewaardeerd en niet als een last werden gezien.
Joop den Uyl is de man van ‘leuke dingen voor linkse mensen’. De regeringsverklaring van het kabinet Den Uyl maakte duidelijk wat het doel was: een herverdeling van inkomens en vermogens. Om dat te bereiken ging het kabinet Den Uyl (PvdA, KVP, ARP, PPR en D66) aan de slag met een wetsvoorstel voor de vermogens aanwas deling (VAD). Dertig jaar voor Piketty wist Joop den Uyl al dat er voor de realisatie van socialistische idealen meer nodig is dan het invoeren van een minimumloon. Voor het realiseren van vrijheid, gelijkheid en een fatsoenlijk bestaan voor iedereen is meer nodig.
Na Joop den Uyl zijn sociaaldemocraten opgestaan die een derde weg dachten te kunnen bewandelen, die meenden ideologische veren te moeten afschudden. De black box van de marktwerking heeft ons onder andere excessieve beloningen gebracht in wat vroeger de voormalige gesubsidieerde en gepremieerde sector was. En burgers die daar terecht boos over zijn.
Dankzij marktwerking zijn de verschillen groter geworden. Niet iedereen kan meer een fatsoenlijk bestaan leiden. De socialistische idealen uit de tijd van Joop den Uyl zijn nog volop actueel. Ook dertig jaar na het overlijden van Joop den Uyl is de sociaaldemocratie noodzakelijk om de kwaliteit van het bestaan voor allen te garanderen.
Om met de bekende ‘twee dingen’ van Joop te spreken: het is nog steeds nodig om op democratische wijze onze socialistische idealen te realiseren. Die politieke strijd is dertig jaar na het verscheiden van Joop den Uyl nog net zo nodig als in zijn tijd.